-
1 pass over
geen aandacht schenken aan; ergens overheen gaanpass over, 〈in betekenis II 1 ook〉 pass upII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 voorbijgaan aan ⇒ over het hoofd zien, vermijden♦voorbeelden: -
2 pass it over in silence
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский